top of page

Vlinders die bruggen bouwen


Ik hou van de insectenwereld.

Al in de kleuterklas ving ik zweefvliegen en lieveheersbeestjes op de rozenstruiken en zocht ik rupsen in de populieren. Toen ik 6 was kreeg ik mijn eerste wandelende tak. 25 jaar later zitten die z'n nakomelingen hier naast mij in een terrarium op mijn bureau. Taaie beestjes!

Maar vooral vlinders en rupsen fascineerden me mateloos - ik vond het dan ook schitterend om rupsen op te kweken, vooral wanneer ik niet wist welke vlinder er zou uit komen. Het mysterie van de vlinder heeft me nooit echt losgelaten. In je jaren die volgden nam mijn vader, die mijn interesse in de natuur stimuleerde, me mee naar allerhande uitstappen en voordrachten. Oh die eerste keren dat ik een nachtvlinderavond bijwoonde - zalig was dat! Nog steeds geniet ik er van om al die neerdwarrelende vlinders van dichtbij te bestuderen. Nachtvlinders bestaan in allerlei vormen en kleuren - de verwondering is nooit veraf. De metafoor van de vlinder en zijn transformatieproces ligt aan de basis van mijn visie op de wereld, en van hoe ik mezelf daarin zie.

Vanuit mijn liefde voor de natuur besloot ik al op jonge leeftijd dat ik bioloog zou worden. Mijn verdere schoolloopbaan was hier volledig op afgestemd: wetenschappen en wiskunde - omdat ik die vakken veel zou nodig hebben voor mijn studies later. Dit was geen keuze geweest vanuit mijn hart. Bijna alle mensen waarmee ik goed kon opschieten volgden andere richtingen, die mij eigenlijk ook meer interesseerden dan de exacte wetenschappen - er was meer creativiteit, meer ruimte voor spontaniteit. Maar ik was vastberaden.

Tijdens mijn middelbare schooltijd sloot ik me aan bij de Meetjeslandse Vlinderwerkgroep. Vlinders werden geteld, hun gedrag bestudeerd, hun favoriete bloemen genoteerd. Menige zalige zomerdagen besteedde ik aan het vlinders tellen. Nieuwe en oude stukjes natuur passeerden de revue, en ik zag door de jaren heen het landschap veranderen en - wat mij veel pijn deed - heel veel stukjes natuur en vlindersoorten verdwijnen.

Ook het landschap in mezelf veranderde. De natuur, die altijd mijn trouwste vriend en bondgenoot was geweest, verdween steeds meer op de achtergrond. Ironisch genoeg was dit vooral tijdens mijn studie biologie. Ik kon niet aarden op die artificiële plek, in die oude stoffige gebouwen, in die grote aula's waar 1 iemand vooraan al dan niet zijn best stond te doen om tientallen studenten te blijven boeien. Ik was vast niet de enige die wegdroomde. Was dit nu biologie? Was dit nu de leer van het leven? We kregen nauwelijks levende wezens te zien. Was de beste manier om over het leven te leren dan niet in de buitenlucht, in de natuur? Menige drinkgelagen liet ik aan mij voorbij gaan, terwijl de desillusie steeds groter werd. Na een jaar ploeteren moest ik tot de ontstellende constatatie komen dat ik niet op mijn plaats zat. Ik kon het gewoon niet opbrengen. Weg droom, waar ik bijna mijn hele leven had naartoe geleefd. En nu?

Leer van het leven 2.0

Ik had geen enkel doel meer om naar te streven - geen tropische regenwouden vol kleurrijke beestjes en broeierige krekel- en kikkerconcerten. Was deze droom ooit realistisch geweest, of was het een restje kinderlijke verwondering dat ik onder een glazen stolp de volwassenheid had ingesmokkeld?

Mijn dromen van het regenwoud waren een naïef maar fabelachtig ideaalbeeld van een paradijselijke wereld waar alles in perfecte harmonie bestond. Vanuit dit idee had ik ook naar de wereld om me heen leren kijken. Ik had het onkruid tussen de straatstenen leren bewonderen. De eerste vlucht van de wintermuggen. De stilte die je kan overvallen in het hart van een bos. Hoe langer hoe meer begon ik te beseffen dat ik niet thuis hoorde in de razernij en het geweld dat vooruitgang heet.

Nog steeds is het eerste wat ik doe als ik op een plaats kom die ik niet ken contact maken met de natuur. Dat vertelt mij eindeloos veel meer over een plek dan de mensen en hun creaties, en zorgt er ook voor dat ik mij ergens sneller thuis kan voelen. Maar overal waar ik geweest ben heb ik de gevolgen gezien van de menselijke aanwezigheid, en deze waren bijna nergens positief. Overal voelde ik de pijn van het land, de herinnering aan een rijker en diverser verleden.

Begrijp me niet verkeerd - ik hou zielsveel van mensen. Ik bewonder de flexibiliteit, de creativiteit, de nieuwsgierigheid en vooral het vermogen tot liefde en mededogen over alle grenzen heen. De ogen van een mens zijn een toegangspoort tot een andere wereld, waarin ontmoetingen mogelijk zijn voorbij tijd en ruimte. In de ogen van mensen zie ik echter ook vaak pijn, verdriet, zorgen, angst, frustratie en eenzaamheid. Het levensvuur van het dappere, vrolijke kind, dat vol verwondering naar de wereld kijkt, dat geen schaamte kent en dat onversaagd risico's durft te nemen om te groeien, lijkt in veel mensen uitgedoofd. Slechts heel specifieke mensen of situaties kunnen het waakvlammetje tijdelijk opnieuw laten opflakkeren - een vuur dat eigenlijk altijd zou moeten branden, maar vaak de zuurstof niet vindt. Als een kind naar de wereld kijkt en dit allemaal ziet in de ogen van de volwassenen, kan ik begrijpen dat het niet wil opgroeien - dat het manieren zoekt om weg te vluchten in een andere realiteit, waar de dysfunctionele volwassenwereld geen vat op heeft. Lange tijd ben ik zo'n kind geweest - uit vrees om te worden zoals de meeste volwassenen die ik ontmoet had. Ik heb mijn band met het leven door de jaren heen angstvallig bewaakt als mijn meest kostbare goed. Ik heb in al die tijd ook gemerkt hoeveel afleidingen er tegenwoordig zijn die deze band trachten te verbreken, en dat het een continu gevecht vraagt om hun invloed binnen de perken te houden.

Vandaar mijn queeste om de connectie tussen natuur en cultuur te herstellen, op alle manieren die ik kan bedenken. Ik droom nog steeds van een wereld waar alles in perfecte harmonie bestaat, en hoe langer ik blijf dromen, hoe meer mogelijkheden ik zie om hier weer dichter bij te komen. Ik kan noch wil deze droom opgeven - het is een drijfveer geworden, die mij gaandeweg doorheen allerlei hindernissen loodst - hindernissen die vooral zijn opgeworpen door mensen en instanties die de connectie met het leven zijn verloren. Tijdens mijn zoektocht ontmoet ik steeds meer mensen die dezelfde droom zijn blijven koesteren en die deze ook weer op allerlei manieren proberen te realiseren. Dit biedt mij hoop voor de toekomst en betekent het een einde van een lange, eenzame reis naar de overkant van de kloof. Nu breekt de tijd aan om samen bruggen te bouwen: tussen geest en hart, tussen cultuur en natuur, tussen wetenschap en spiritualiteit, tussen man en vrouw.


In de kijker
Recente posts
Archief
Zoek volgens tags
Er zijn nog geen tags.
Volg Anupana
  • Facebook Basic Square
bottom of page